Autokosten voor gehandicaptensport kunnen aftrekbaar zijn
Onder de ziektekostenaftrek van de inkomstenbelasting kunnen ook vervoerskosten vallen. Dat geldt ook als de autokosten gemaakt zijn voor de ritten in het kader van sportbeoefening.
In een eind juni gepubliceerde uitspraak van de Rechtbank Noord Nederland ging het om een ouder van een kind met een dwarslaesie. De procedure ging onder meer of de gemaakte reiskosten voor het beoefenen van rolstoelbasketbal aftrekbaar waren.
Voor zulke kosten geldt dat er sprake moet zijn van kosten die rechtstreeks als gevolg van de ziekte of handicap zijn gemaakt. Daarnaast moet worden bepaald of de autokosten hoger zijn dan het normale bestedingspatroon van een gezin zonder een ziek of invalide kind, in een financieel en maatschappelijk vergelijkbare situatie.
Het ging hier zowel om rolstoelbasketbal op recreatief niveau als om de jeugdselectie. De rechtbank oordeelde dat de reiskosten voor het beoefenen van rolstoelbasketbal niet aftrekbaar zijn voor zover het de kosten van deelname aan de jeugdselectie betreft. Daarvoor geldt dat er geen sprake is van reiskosten die uitgaan boven die van ouders met een niet-gehandicapt kind dat op hoog niveau sport beoefent. Voor wat betreft het op recreatief niveau beoefenen van rolstoelbasketbal is, mede omdat de inspecteur dat niet gemotiveerd heeft weersproken, volgens de rechter voldoende aannemelijk gemaakt dat het voor het kind door zijn handicap niet mogelijk is om dichter bij huis te sporten, en ook dat hierdoor voor de competitiewedstrijden grotere afstanden dienen te worden overbrugd.
Bij deze aftrekpost hoeft overigens geen rekening te worden gehouden met een beperking van de aftrek van de autokosten tot 19 eurocent, maar mogen de werkelijke autokosten afgetrokken worden.