Bestelauto met dubbele cabine niet uitgezonderd van bijtelling
In een nieuwe uitspraak heeft Gerechtshof Den Haag bevestigd dat een bestelauto met een dubbele cabine niet uitgezonderd is van de bijtelling.
Het ging om een middelgrote bestelauto met een dubbele cabine. De achterbank gebruikte deze berijder volgens zijn eigen verklaring om daar werkspullen, werkkleding en regenlaarzen neer te leggen. Daardoor is deze bestelauto volgens hem zo vervuild dat deze niet geschikt is voor iets anders dan goederenvervoer, zodat de vrijstelling van toepassing zou moeten zijn. Hij had geen rittenregistratie bijgehouden.
Weliswaar is jurisprudentie waaruit blijkt dat onder omstandigheden sprake kan zijn van een bestelauto die uitgezonderd is van de bijtelling. Ook als er meer dan één stoel aanwezig is. De berijder wees bijvoorbeeld op een uitspraak van Gerechtshof Arnhem van 13 december 2011 waarin dat Hof oordeelde dat ondanks de aanwezigheid van een bijrijdersstoel de bestelauto uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen. De reden daarvoor was dat de laadruimte en de stoelen door het gebruik vies en stoffig zijn en dat de bijrijder moet assisteren bij het laden en lossen.
Deze nieuwe zaak lijkt daar echter onvoldoende op, zo vond Hof Den Haag. In deze nieuwe zaak verklaarde de berijder dat het weinig voorkomt dat er iemand met hem meerijdt. En als dat wel zo is, is dat omdat de meerijder geen eigen vervoer heeft en niet omdat de meerijder moet helpen bij het laden en lossen. Belangrijk is ook dat de bestelauto een achterbank heeft.
Het Hof oordeelde daarom dat de bestelauto niet (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen. De stelling dat de bestelauto vervuild is, is onvoldoende om alleen daarom te oordelen dat de bestelauto alleen of vrijwel alleen geschikt is voor het vervoer van goederen. De uitzondering is daarom op deze bestelauto niet van toepassing.
Bron: Auto & Fiscus