Terug naar overzicht

Bestelauto’s van stoffeerder vielen niet onder uitzondering

Geplaatst op 13 mei 2016

Bestelauto’s die door aard of inrichting vrijwel uitsluitend geschikt zijn voor goederenvervoer, zijn uitgezonderd van de bijtelling. Er hoeft dan ook geen rittenregistratie bijgehouden te worden. Nieuwe jurisprudentie laat zien dat ook specifieke richting niet altijd voldoende is.

Het ging in een recente zaak om twee middelgrote bestelauto’s van een stoffeerder. Deze bestelauto’s waren 4.99 en 5.30 meter lang en allebei 1.99 meter hoog. Met imperiaal is de hoogte 2.14 meter. Beide bestelauto’s hebben in de laadruimte vaste, op maat gemaakte, constructies met horizontale stellingen en hebben ook een bijrijdersstoel.
Vooral die bijrijdersstoel maakt gebruik van de uitzondering lastig.

De rechters in hoger beroep oordeelden dat de buitenmaten van deze bestelauto’s op zich nog niet maakten dat ze vrijwel alleen voor goederenvervoer geschikt zijn. De ondernemer had op de zitting ook verklaard dat de bijrijder behalve voor het vervoer van goederen ook meerijdt om de hoofdwerkzaamheden van de onderneming (stoffering) uit te voeren. Dit betekent volgens het Gerechtshof dat de bijrijdersstoel in de bestelauto’s niet alleen een functie voor het vervoer van goederen heeft, zodat ook daarom de uitzondering niet van toepassing is.
De uitzondering blijkt niet altijd even makkelijk toe te passen. Een alternatief zou kunnen zijn om de Verklaring Uitsluitend Zakelijk Gebruik Bestelauto toe te passen. Dan hoeft er ook geen rittenregistratie bijgehouden te worden. Privégebruik is dan echter niet toegestaan, ook niet voor maximaal 500 km per jaar.

 

Bron: Auto & Fiscus
Om deze website goed te laten functioneren maken we gebruik van cookies. Bekijk ons cookiebeleid. Instellingen Accepteren