Door ziekte auto niet gebruikt? Toch bijtelling
Hoe vreemd het ook lijkt, als je de auto van de zaak niet kunt of wilt gebruiken, heb je tóch een bijtelling omdat de auto je in die tijd wél ter beschikking staat.
Zo is er jurisprudentie over een berijder die door een herseninfarct lichamelijke klachten had, zoals duizeligheid. Hij wilde geen risico nemen en reed daarom niet meer in zijn auto. Zijn rijbewijs was nog wel gewoon geldig. Een rittenregistratie had hij helaas niet bijgehouden, zodat de belastingdienst een naheffing oplegde voor de bijtelling over vier jaren.
De rechter oordeelde dat het bij deze medische situatie voor de hand had gelegen dat het CBR een onderzoek had gedaan, wat niet was gebeurd. Maar bovendien sluit ziekte niet uit dat anderen, bijvoorbeeld gezinsleden, de auto van de zaak hebben gebruikt voor privéritten.
Dat er ook twee privéauto’s waren, levert ook onvoldoende bewijs op dat de zakelijke auto niet voor privéritten is gebruikt.
In deze situatie achtte de rechter niet overtuigend aangetoond dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privédoeleinden is gebruikt. Het advies in dergelijke situaties is dan ook om een sluitende rittenregistratie bij te houden als de auto tijdens ziekte ter beschikking gesteld blijft.