Nieuwe rechtbankuitspraak over bijtellingsverschil van 22 en 25 procent
Auto’s met een datum eerste toelating vanaf 2017 krijgen standaard te maken met 22% bijtelling. Voor oudere auto’s is dat nog 25%. Over de vraag of dat verschil wel toegestaan is, lopend diverse procedures.
De spoedprocedure van de Vereniging Zakelijke Rijders ligt inmiddels bij de Hoge Raad. In februari wordt in die zaak de Conclusie van de Advocaat-Generaal verwacht. Die conclusie kan gezien worden als een advies aan de Hoge Raad. Hopelijk wordt het arrest van de Hoge Raad nog voor 1 mei gepubliceerd, zodat de uitkomst meegenomen kan worden in de aangiften inkomstenbelasting over 2017. Individueel bezwaar is dan niet nodig.
Individuele berijders die wel zelf bezwaar hebben gemaakt, krijgen te maken met een afwijzing door de belastingdienst. De berijder kan dan zelf in beroep gaan. Inmiddels heeft Rechtbank Zeeland-West-Brabant zich in zo’n zaak uitgesproken. Het beroep is daarbij afgewezen. De belangrijkste reden voor de rechter is de ruime beoordelingsvrijheid van de wetgever en de overweging dat de wetgever bij de wijziging niet zozeer naar milieumaatregelen heeft gekeken, maar vooral naar een gewijzigd kostenpatroon. Door het zuiniger worden van auto’s, dalen de brandstofverbruikskosten. Het percentage bijtelling moest daarom bijgesteld worden. De wijzigingen in Autobrief II per 2017 waren volgens de rechter een logisch aankopingspunt.
Uiteindelijk is bepalend welk oordeel de Hoge Raad zal vellen. Wij houden u op de hoogte.