Ondernemerstarief voor bestelauto van gemeente?
Hebben gemeenten voor hun bestelauto’s recht op het verlaagde ondernemerstarief voor bestelauto’s? De Gemeente Sliedrecht procedeerde daar recent over.
Het ging in die zaak bij Rechtbank Den Haag om drie bestelauto’s van de Gemeente Sliedrecht. Deze bestelauto’s werden gebruikt voor het inzamelen van veegvuil, het legen van prullenbakken en voor de groenvoorziening.
Voor het verlaagde bestelautotarief voor ondernemers geldt dat er sprake moet zijn van btw-ondernemerschap en dat de bestelauto voor meer dan 10% wordt gebruikt in het kader van die onderneming.
De gemeente beschikte over een btw-nummer. Het verschil van inzicht zat echter het zakelijke gebruik. De gemeente stelde dat zij geen privégebruik kent, zodat alle door haar gebruikte goederen en diensten in het kader van de onderneming gebruikt worden.
De rechtbank was het daar niet mee eens. De rechter oordeelde dat alleen de ‘economische activiteiten’ relevant zijn voor het gebruik in het kader van de onderneming. Omdat het gebruik in het kader van de niet-ondernemersactiviteiten groter dan 90% was, had de gemeente geen recht op het verlaagde tarief.
Deze procedure ging over de motorrijtuigenbelasting. Dezelfde argumentatie kan echter gebruikt worden voor de vraag of de BPM-vrijstelling voor bestelauto’s wel of niet van toepassing is.