Ook Hoge Raad zet streep door naheffing kentekenparkeren
In navolging van lagere rechters zet nu ook de Hoge Raad een streep door de naheffing van parkeerbelasting als niet het juiste kenteken is ingevoerd.
Het betrof in deze zaak een automobiliste die de auto van haar vriend had gebruikt, maar in haar Parkmobile app gebruik had gemaakt van het kenteken van haar eigen auto. Maar omdat er wel parkeerbelasting betaald was, kan er niet worden nageheven, aldus het oordeel van de Hoge Raad.
De achtergrond daarvan is dat in de Gemeentewet wel regels zijn opgenomen over de juiste wijze van het doen van aangifte, maar dat die wet geen bijzondere regeling voor naheffingen kent. Daardoor geldt de wettelijke hoofdregel dat naheffing alleen mogelijk is als er niet betaald is, ook al zijn er fouten gemaakt bij het doen van de aangifte.
De gemeente Amsterdam voerde in 2013 het kentekenparkeren in. Naast vergissingen, zoals in deze zaak aan de orde, kan het ook voorkomen dat parkeerders hun kenteken om privacyredenen niet willen prijsgeven. Ook daarover lopen nog proefprocedures, waarin de naheffingen ook steeds vernietigd zijn. Ook in deze procedures is het wachten nu op het oordeel van de Hoge Raad. De uitkomst zal na dit nieuwe arrest echter geen verrassingen meer opleveren.