Tegenbewijs bijtelling is vormvrij
Als een werknemer of een ondernemer een auto van de zaak ter beschikking heeft, geldt als uitgangspunt een bijtelling voor privégebruik. Met de tegenbewijsregeling kun je die bijtelling voorkomen. Het tegenbewijs is vormvrij. In de praktijk zal een sluitende rittenregistratie meestal het beste tegenbewijs opleveren. Je moet namelijk kunnen bewijzen dat je op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé hebt gereden.
De rechtspraak liet deze week een interessant voorbeeld zien van hoe tegenbewijs er ook uit kan zien.
Het ging om een VOF van twee markthandelaren. Moeder en dochter verkochten kledingfournituren en naaigerei op diverse markten in Nederland. Feitelijk oefende moeder de onderneming uit en dochter ondersteunde haar, zo kunnen we uit de uitspraak opmaken. In de VOF werd ook een auto gebruikt. De discussie ging over de vraag of de inspecteur de winst van de dochter terecht had verhoogd met een bijtelling voor privégebruik.
De dochter voerde diverse argumenten aan waarom de bijtelling niet terecht was. Zo had zij überhaupt geen rijbewijs (wat op zich nog geen argument is om dan ook geen bijtelling te krijgen), maar de auto stond ook altijd bij het huis van haar moeder en haar moeder had de sleutel. Bovendien was ‘streng op het zakelijke gebruik’. Moeder gebruikte de auto ook alleen voor zakelijke ritten. Als ze naar de markt gingen, haalde moeder haar dochter thuis op en zette haar op de terugweg af. Voor privévervoer gebruikte dochter haar fiets of een OV-kaart.
De inspecteur bracht hier tegenin dat de auto niet op een afgesloten terrein gestald stond en dat een verbod op privégebruik niet schriftelijk was vastgelegd.
De rechtbank verwees echter naar een arrest van de Hoge Raad uit 2015 waaruit voor werknemers blijkt dat van het ter beschikking stellen van een auto geen sprake is als werknemers die auto slechts besturen voor de uitvoering van bepaalde opdrachten van de werkgever om in diens belang personen of goederen te vervoeren. Bij de gang van zaken bij deze VOF bleef volgens de rechtbank de beschikkingsmacht over de auto altijd bij moeder. Dochter had volgens de rechtbank voldoende tegenbewijs tegen de bijtelling geleverd.
Op dit moment is nog niet bekend of er een hoger beroep volgt. De zaak is een mooie illustratie van het vormvrije karakter van het tegenbewijs. Een sluitende rittenregistratie kan dit soort discussies echter voorkomen en blijft daarom aan te raden als je de bijtelling wilt voorkomen!
Bron: Auto & Fiscus